Historisch schilderij

Wie heeft het geschilderd?
De kunstenaar is Willem Cornelis Rip (1856-1922), die wordt gerekend tot de top van de zogenoemde nabloei van de Haagse School. Zijn specialiteit waren landschappen met mooie luchten en waterpartijen, zoals ook te zien op dit Groesbeekse werk. In zijn tijd was Rip internationaal bekend, en verschillende van zijn werken werden aangekocht door de koninginnen Emma en Wilhelmina.

Wat stelt het schilderij voor?

Leden van de Heemkundekring Groesbeek zagen al snel waar de schilder ruim 130 jaar geleden gestaan moet hebben: de Wijer, midden op de Stekkenberg. Daar lag vroeger een vijver die gevoed werd met kwelwater uit de stuwwal. Onderaan de berg is niet alleen de toren van de protestantse kerk te zien, maar ook de spits van de afgebroken R.K. Waterstaatskerk. Deze stond op de Kloosterstraat/hoek van de Pannenstraat die voorafging aan de huidige Cosmas en Damianuskerk en op de plek van de huidige pastorie.

Waarom is het belangrijk voor Groesbeek?
Het werk biedt een zeldzame blik op een stukje Stekkenberg, dat inmiddels al lang is verdwenen onder nieuwere bebouwing. Bram den Boer van de Heemkundekring wijst erop dat ook een bijzonder stukje van het dagelijks leven op de Stekkenberg is vastgelegd: “de
treden naar de vijver laten zien dat deze door de Stekkenbergers werd gebruikt om de was
te doen. Waarschijnlijk deed het naastgelegen grasveld dienst als bleekveld.”
Burgemeester Mark Slinkman wil het werk de komende tijd ophangen in het gemeentehuis,
op een plek die toegankelijk is voor belangstellenden. Hij is tevreden dat hij het schilderij
‘thuis’ heeft kunnen brengen: “Het is een zeldzame historische blik op ons mooie dorp. Het
hoort natuurlijk in Groesbeek zelf te hangen en niet ergens in een villa in het Gooi.” Ook Teo
van den Brink van kunsthandel Simonis & Buunk is blij dat het schilderij terugkeert naar
Groesbeek: “We zijn heel blij dat het gezicht op Groesbeek weer ‘naar huis’ gaat, de plek
waar Willem Rip zo geïnspireerd raakte door het prachtige landschap daar.”